(Uit "MEMO", seizoen '91/'92 aflevering I, November 1991)
De ornithologische connectieGlasnost, perestroika, 'Secrets of Grandmaster Training', in de voormalige Sovjet-Unie liggen tegenwoordig alle geheimen op straat. In belangrijke mate is dit echter slechts beeldvorming door de media en achter deze façade van openheid zit veel verstopt. Om inzicht te verkrijgen in de werkelijke geheimen van de Russische Schaakschool moet worden tewerk gegaan als in de tijd van de ouderwetse Kremlinwatcherij -elke snipper informatie moet zorgvuldig bestudeerd worden, of deze niet een scherf bevat van het te reconstrueren fresco.Twee verklaringen van sterke Russische grootmeesters hebben in dit verband de aandacht getrokken: Op 22 december 1990 verklaarde Boris Spasski in Vrij Nederland: "Als schaker leef je op je toppen als je speelt als een eend. De eend in de lucht. Boem, hij duikt naar beneden, hij verdwijnt in het water en steekt argeloos op een andere plek zijn kop boven het wateroppervlak. Het kost geen moeite." Op 6 februari 1991 verklaarde Lev Polugajevski in de Volkskrant: "Kortsjnoi is nog steeds zo sterk omdat hij schaken niet ziet als een ei. Voor hem is schaken geen vastomlijnde entiteit met absolute waarheden, maar iets waarin je kunt blijven zoeken" Het is slecht voorstelbaar dat deze twee uitspraken los van elkaar staan, we zijn hier bij toeval gestuit op een onmiskenbare 'ornithologische connectie': in de beleving van de Russische grootmeesters is het schaken kennelijk nauw verweven met verschillende aspecten van de vogelwereld en wat ons nu te doen staat is na te gaan in hoeverre deze connectie samenhangt met de successen van de Russische Schaakschool. Vooralsnog hebben zich drie lijnen van onderzoek afgetekend. Indien de schaker een eend moet zijn, welke soort? Men onderscheidt duikeenden en grondeleenden, de laatsten zoeken op karakteristieke wijze voedsel op het wateroppervlak of door te grondelen, hierbij graast de eend in zeer ondiep water de bodem af waarbij alleen de stuit vertikaal uit het water omhoog steekt. Inderdaad lijkt een dergelijk gedrag enigszins ongepast voor Spasski, laat de rest grondelen in de modder, nee, hij is een duikeend. Welke soort duikeend? Zowel de kuifeend, de tafeleend als de witoogeend trekken van Rusland naar Frankrijk -zoals ook Spasski-, dit doet echter eveneens de vierde soort, en een wereldkampioen kan slechts een toppereend zijn, al doet Spasski tegenwoordig niet veel anders dan ronddobberen. Waarom ziet Kortsjnoi het schaken niet als een ei? Het moderne topschaak raakt in toenemende mate in handen van geheugenexperts. Kasparov steekt Pillsbury naar de kroon in het onthouden en achterstevoren herhalen van lange reeksen volstrekt onmogelijke woorden. Ik ken een verhaal over een professioneel geheugenwonder die bij zijn séances een eenvoudige maar doeltreffende geheugentechniek had ontwikkeld. In gedachten wandelde hij een straat af die hij goed kende en zette bij elk huis één van de voorwerpen of woorden neer die hij moest onthouden. Aan het eind van de avond hoefde hij dan niet anders te doen dan opnieuw die straat af te lopen en bij elk huis op te noemen wat hij daar zag. In zijn jonge jaren leverde hij soms een wanprestatie door een verbluffende fout, en het is ongetwijfeld zó dat Kortsjnoi, die zich immers beklaagt dat hij in zijn jeugd niet zo goed getraind is als Kasparov, nu dezelfde fout maakt: hij heeft in gedachte per abuis het witte ei tegen een witte muur gezet en daarom ziet hij het niet! De laatste grote doorbraak in de Sovjet-Unie was de ontwikkeling van de Spoetnik in 1957, het ziet er naar uit dat ze er nu in het diepste geheim in geslaagd zijn het volgende allesomvattende probleem tot een oplossing te brengen: 'wat was er eerder, de eend of het ei?' Ik was zelf twintig jaar geleden een heel eind gevorderd in de bestudering van dit vraagstuk tijdens mijn embryologie-practica als biologiestudent. Aan het microscoop gekluisterd volgde ik van nabij de dramatische gebeurtenissen in het zich ontwikkelende vogelei -nog spannender dan wat er voorviel in Rusland afgelopen augustus. Hoe het exact zat met de eend en het ei kan ik mij echter niet goed meer herinneren, daarom ben ik op zoek gegaan naar mijn aantekeningen van destijds. Nu, na een avond zoeken zit ik met om mij heen een halve meter hoge stapel boeken, schriften en klappers, en ik moet constateren: ze zijn weg. En het sinistere vermoeden bekruipt me dat dit geen toeval kan zijn. Ik vermoed diefstal. De KGB ziet het niet meer zitten, hun hoofdkwartier -de Ljubljanka-gevangenis-- staat open, binnenkort zullen we weten wat er met Wallenberg gebeurd is, de Königs-collectie komt terug naar Nederland, maar mijn embryologie-aantekeningen daar kan ik naar fluiten. Wat was er eerder, de eend of het ei? Daarover zwijgt schaakcoach Dvoretski als het graf. Het is herfst, en tienduizenden eenden arriveren uit de toendra en de taiga om te dobberen op het Kinselmeer, het Markermeer en de Gouwzee. Weten zij er meer van?
Wim Nijenhuis
© W.J. Nijenhuis 2001 |