(Uit "Euwe" seizoen '90-'91, nr 1, september 1990)
Van de redactie
Ook de redactie zelf vraagt zich wanhopig af waarom ze het eerste nummer van het
nieuwe seizoen moet inleiden met een pagina Amerikaanse bladneusvleermuizen.
Betekent dit een fundamentele wijziging in het redactiebeleid?
Is de toch altijd al aanwezige hang naar het bizarre nu teveel geworden?
Speelt de redactie, in plaats van met gewone stukken, voortaan alleen nog met
stukken uit het 'Fairy Chess', met nachtruiters ( ), sprinkhanen (), met
giraffes (), zebra's ( ) of kamelen ()?
Zal de redactie binnenkort alleen nog over de Traxler willen publiceren?
Is dit het begin van het alom gevreesde 'Zwarte (Gothic) Schaak'?
Alleen nog maar schaakpartijen om lekker bij te griezelen?
Moet het geheel in verband met de naderende herfst gezien worden als een sfeerverwijzing naar Slauerhoff's gedicht 'Chlotarius', waar "'t zonlicht vleermuisschuw verwildert", of is eindelijk bewezen dat Kotov's beroemde 'gevoel voor gevaar' bij grootmeesters net als bij vleermuizen berust op sonar-waarneming?
Hoe zit dit?
Het valt mee, wanneer de nacht valt over het oerwoud, komen de bladneusvleermuizen
uit hun schuilplaats (schaakcafé Gambit?) tevoorschijn om zich tegoed te doen aan
zowel de nectar van bloemen als aan de insekten die daardoor aangetrokken worden,
zoals u kunt zien is de grote vampier onecht en de grootoorvleermuis is eigenlijk
maar een klein potje.
De zaak is deze dat de redactie ontdekt heeft dat het hier gaat om heel bijzondere
bladneusvleermuizen, namelijk clubbladneusvleermuizen.
Wellicht dat de langtongvleermuis het blad met wat lange tanden doorgewerkt heeft,
maar bijzonder jammer is dat de brilbladneusvleermuis door het overmatig studeren
in ons clubblad zijn ogen bedorven heeft.
In alle bescheidenheid, moet het trouwens in plaats van langtongvleermuis niet zijn:
langtongneusvleermuis of zelfs langtongbladneusvleermuis?
Genoeg.
Vrolijk fladdert rond,
Uw Redaktie:
Marc Overeem
Arne Moll
Wim Nijenhuis
Paul Janse
(Uit "Euwe" seizoen '90-'91, nr 1, september 1990)
Koning Toren a1
|
|
DIAGRAM 1. Wit speelt, zwart wint |
DIAGRAM 2. Zwart speelt, wit wint |
|
|
DIAGRAM 3. Zwart aan zet. Helpmat in 3, zonder dameverlies. |
DIAGRAM 4. Mat in 6. |
|
|
DIAGRAM 5. Mat in 3 |
DIAGRAM 6. Wit speelt, zwart wint. |
Gaarne maak ik u deelgenoot van een eigenaardige ontdekking.
Enige tijd geleden kocht ik op het Waterlooplein voor Fl. 0,50 een vergeelde aflevering van het tijdschrift Nieuw in Schaak, het bestaan waarvan mij tot op dat moment onbekend was. Het nummer was van 1951; vermoedelijk is het blad allang ter ziele. Een artikel trok speciaal mijn aandacht: een serie van zes studies en problemen, auteur onbekend, met inleiding en commentaar van hoofdredacteur Jan Hendrik Tuinman. Deze wist er duidelijk niet goed raad mee, maar had het geval te intrigerend gevonden om niet te publiceren. Ik citeer: "Wat betekent bijvoorbeeld de titel Koning Toren a1? Ik zie dat de zet Ta1 drie keer voorkomt, maar wat dan nog? De notatie is inconsequent en onvolledig, de kwaliteit der composities zeer wisselend. (…) Ik kan niet anders concluderen dan dat deze serie een geheimzinnig boodschap bevat."
Daar had je gelijk aan, Tuinman! Ik heb de code ontcijferd, met behulp van niemand minder dan J.H. Donner. Op bladzijde 267 van De koning (tweede druk) staat: "Ikzelf heb altijd moeite gehad met Ta1." Hij bedoelt hier natuurlijk de kettingroker uit Riga, maar er staat ondubbelzinnig de zet Ta1. (Op mijn schrijfmachine is het verschil tussen Tal en Ta1 minder groot dan in het boek.)
Dit verschafte mij het inzicht om de oplossingen van de anonieme auteur te vertalen in woorden. Sommige zetten moesten net als ‘Ta1’ typografisch worden vertaald. De meeste betekenissen vond ik echter door de zetten stomweg uit te spreken. Zo wordt ‘h6’ bijvoorbeeld ‘Hazes’, ‘a3’ wordt ‘Adrie’ en, iets lastiger, ‘c4’wordt ‘zeewier’. Er zijn ook combinaties van de typografische en fonologische vertalingen: ‘h1’ wordt ‘heen’.
Het resultaat van mijn vertaling was een indrukwekkend epos over een kluizenaar.
De opgavenserie staat hierboven. De oplossing met vertaling, en met commentaar van de vermaarde poëziekenner P. Bruggeman, alsmede de schaaktechnische aantekeningen van Tuinman, volgen nu.
1.) |
1.Taa1,g2 |
Taal gedwee. |
|
2.Tc1-c4, |
Toren, zeeën, zeewier. |
|
g1P (g1D?) |
Geen paard, geen dame. |
(Koning Tal woont alleen in een toren op een eiland en voedt zich met zeewier (eenvoud!). De eerste regel is wat onduidelijk. Ik denk dat het een soort literaire beginselverklaring is: ‘woorden zijn als was in mijn handen’.) |
2.) |
1...Dh6 2.Da8 |
Dame. Hazes. Daagt: |
|
Pb3 3.g7 |
"Paard! Bedrieg es even! |
(Hazes verschijnt ten tonele, in gezelschap van een dame, die later Adrie zal blijken te heten. Hij daagt Tal uit om het slechte pad op te gaan en biedt hem hiertoe zelfs een paard aan. De volgende strofe gaat hierop door.) |
3.) |
1.La1,c4 |
Lal! Zeewier?! |
|
2.Da3, Le1 |
Dame Adrie: lel!" |
(Hazes maant Tal alcohol tot zich te nemen en eindelijk eens wat smakelijkers te eten dan die zeewier. Hij nodigt hem zelfs uit Adrie te slaan.) |
4.) |
1.Ta1, h7-h6 |
Tal: "Hazeven! Hazes, |
|
2.Lh1 |
loop er heen! |
(De duisterste, maar tevens meest geladen strofe. Haze-ven: water is een bekend symbool voor – in dit geval ‘stilstaande’ – seksualiteit. Ook roept een ven associaties op met verrotting en modderkoorts. ‘Haas’ verwijst natuurlijk naar lafheid. In feite moeten we dit dus lezen als "Impotente viezerik, rot op!") |
5.) |
1.De3-g1 ... 2.De1 |
Dame Adry geen del." |
(Geeft een waardige draai aan Tals aanvankelijk nogal grove verweer tegen de lompe Hazes. De Engels uitspraak van ‘Adrie’ verwijst naar netheid, beschaving.) |
6.) |
1.a3, Ta1 |
Adrie Tal |
|
2.g8D,h1P |
geacht. Dame heen (paard). |
(Tals standvastigheid heeft geleid tot Adries achting (misschien zelfs liefde?), maar ze vertrekt en neemt ook het paar mee. het feit dat Hazes niet meer genoemd wordt, kan niet anders betekenen dan dat hij er niet meer is, dat Tal hem tussen strofe 5 en 6 heeft verjaagd of gedood. Tal blijft dus alleen achter; de status quo is hersteld.) |
Diagram 1. Auteursoplossing: 1.Taa1 g2 2.Tc4 2...g1P [g1D?]. Slot: 3.Kg3 f1P+ 4.Txf1 exf1P+ 5.Kf4 d2 en wint. Varianten: 1...d2 2.Th1!; 2.Kxg2 d2.
Diagram 2. Auteursoplossing: 1...Dh6 2.Da8 Pb3 3.g7. Slot: Pxd2 4.Da1+ Kc2 5.Dc1+ Kd3 6.Dc3+ Ke2 7.Lc1. Variant: 2...Dxd2 3.Da1+ Kc2 4.Lxd4! gevolgd door dameruil en promotie.
Onbeduidend in vergelijking met 1, al mag de multifunctionele dameswitch opmerkelijk heten.
Diagram 3. Auteursoplossing: 1...La1 2.c4 Da3 3.Le1+ Db2 4.Lg3 mat. Een aardig probleem, ondanks de gekunstelde opgave. Als dameverlies toegestaan zou zijn, zou bijvoorbeeld 1...Dh3 2.c4 Dh2 3.Le1 Dg3 4.Lxg3# mogelijk zijn. (Het thema ‘driehoekje met de dame’ zien we later nog terug.) Maar nu moet de dame een veld zien te vinden waar ze het mat niet verhindert. Vluchten via de h-lijn kan niet omdat een paard op g2 of f3 mat verhindert. Vluchten via e6 heft de noodzakelijke blokkade van pion e7 op. De penning-/obstructieconstructie is de enige manier.
Diagram 4. Auteursoplossing: 1.Ta1 h6 2.Lh1. Slot (bijvoorbeeld): 2…Kh8 3.Th2 Kg8 4.Lc1 Kh8 5.Txh6+ Kg8 6.Ta8 mat.
Een lelijk probleem, vol doubles en nevenoplossingen. De eerste zet (bedoeld is natuurlijk Tea1) is nog het aardigst: 1.Lh1 Kf8 is net te langzaam. Ook hier ‘verwisseling van torenrollen’.
Diagram 5. Auteursoplossing: 1.Dg1… 2.De1. Slot: 2… T willek. 3.Da5 mat of 3.Dxd1 mat.
Een verbluffende damedriehoek die nodig is omdat na 1.De1 Txd2 wit in tempodwang is! 2.c3 en 2.b4 blokkeren dan immers de matdiagonaal. Alleen een beetje jammer van de double op de derde zet (na 2…Tefgh2).
Diagram 6. Auteursoplossing: 1.a3 Ta1 2.g8D h1P
Deze aan alle kanten rammelende ‘studie’ bracht mij definitief tot de conclusie dat er sprake was van een geheime boodschap. De enige wending met een pointe (zij het een heel schamele) is 2...h1D (T,L) 3.Da8+ met een dolle dame.
Een mand met drie tamelijk rijpe en drie rotte appelen. Ik ben benieuwd of we nog iets van deze auteur zullen horen.
In het namenregister van De koning staat onder ‘Tal’ pagina 267 niet vermeld. De oorzaak hiervan is duidelijk. De tekstverwerker heeft als opdracht gekregen alle pagina’s op te sommen waarin ‘Tal’ voorkomt en hij heeft daarbij ‘Ta1 overzien’. ‘Tekstverwerker blundert in het eindspel.’ Een unicum in de schaakhistorie. Ik denk niet dat iemand Donner op deze curiositeit in zijn boek opmerkzaam heeft gemaakt. Hij zou er ongetwijfeld mee in zijn schik zijn geweest.
Paul Janse
(Uit "Euwe" seizoen '90-'91, nr 4, juni 1991)
Van de redactie (fragment)
........................ Het heeft het bestuur behaagd om dit seizoen de interne competitie zo in te delen dat de avond voor de afgebroken partijen samenvalt met de externe competitie. Een geweldig systeem, behalve voor diegene die regelmatig een afgebroken partij heeft. Voor hem ontstaat een enorme prop die nog verteerd moet worden, díens seizoen begint nu pas écht.
Deze situatie is één onzer redacteuren te machtig geworden, hij is onder de druk van het niet aflatende analysewerk in vele, vele hangpartijen, ingestort.
Men probeert hem er thans met creatieve therapie weer bovenop te helpen. Schaakpsychologen buigen zich over zijn schuilderwerk, op het omslag prijkt één van zijn produkten, getiteld: "16 uur analyse" en men meent dat hiermee een weergave bedoeld wordt van hoe het schaakbord er uit zag in de waarneming van de schilder na een sessie van 16 uur onafgebroken analyseren.
De logische ordening van de 64 velden is verbroken evenals het normale strak zwart-witte kleurenschema, dat al duidelijk begint te vervloeien in een egaal grijs.
Analytici menen dat de schilder in zijn werk gepoogd heeft een felle aanklacht tot uitdrukking te brengen tegen het gehanteerde competitiesysteem.
Op schilders heeft het werk eveneens indruk gemaakt, zij zagen hierin abusievelijk een geheel nieuwe STIJL van schilderen, die alom navolging begint te vinden. Het gerucht gaat dat Mondriaan speciaal om deze reden heeft leren schaken en reeds 86 uur aaneenvolgend heeft zitten analyseren om tot een juiste weergave van het bord te geraken...........................
|